Fictie

Oude liefde

18/12/2021

*dit verhaal verscheen in Alice van Schrijven Magazine oktober 2020

Soms kan één app’je je wereld op zijn kop zetten, maar dat is nog geen reden jezelf het genot van de wekelijkse koffie bij Hotel des Indes te ontzeggen. Dus loopt Celia met een hoofd zeshonderd kilometer verderop naar haar voordeur en zet haar ooit nieuw gekochte, maar inmiddels vintage geworden zonnebril op. Haar hand ligt net op de klink als de deur opent en een wasmachine naar binnenloopt. 

“Ach, jongeman, ik schrik me een ongeluk!” De jongeman in kwestie is een flinke vent van een jaar of vijftig met witte verfspetters op zijn handen en lijkt wel te genieten van het compliment. 

“Sorry!” 

“Bent u de nieuwe bewoner?” Ze laat haar ogen over het lichaam van de potentiële buurman en vleesgeworden afleiding glijden. 

“Nee, ik kom helaas alleen maar een pakketje afleveren.” Zijn ogen spreken spijt uit die duidelijk een stuk lager dan zijn hart zit. 

Dat effect is Celia na enkele decennia wel bekend. Anders dan de krimpende vrouwtjes om haar heen straalt zij een sensuele lust voor het leven uit. Haar zachte grijze krullen complementeren de perfect gebalanceerde make-up en de vrolijke rode lippenstift versterkt de indruk dat dit een vrouw is die alles uit het leven haalt. Haar smetteloos witte pantalon met messcherpe vouwen contrasteert met de soepele lijnen van een rode kasjmieren trui en het totaalbeeld geeft haar de allure van een filmster, zelfs op een regenachtige woensdagochtend. 

“Ach wat jammer!” Celia geniet van het effect dat die simpele woorden op deze man hebben. “Nou lieverd, geniet toch van je dag, ik ga koffiedrinken!” En met een vrolijke zwaai flaneert ze de trap af, op weg naar het goddelijke kopje koffie dat Herman klaar zal zetten. 

Op de hoek van de straat haalt ze haar telefoon tevoorschijn. Vandaag valt ze wel voor de sentimentele dwaasdoenerij van herhaaldelijk naar app’jes kijken. ‘Kom je naar Parijs?’. Vier woorden die een ander leven oproepen. Maar je verhuist een willekeurige liefde niet achterna alsof je een gerecht van een menukaart kiest. Zelfs Celia niet. 

Natuurlijk is dat wel precies hoe ze veertig jaar geleden Wassenaar voor Den Haag verruilde. Nog vol van de beloftes van een witte jurk en roze bril reisde ze heerlijk dwaas de liefde achterna. Haar toenmalige echtgenoot besloot tot Kamerlid verkozen te worden en zo belandde ze halsoverkop tussen vrouwen van belangrijke mannen die verzot waren op tennissen, high teaen, en de nieuwste roddels beoordelen, terwijl Celia juist fysieke inspanning veracht en altijd al meer hield van een kopje goed sterke koffie met een wolkje humor. 

Gelukkig leidden er meerdere wegen naar Rome. Celia ontdekte eerst de ijssalons vol met de orgastische smaak van felroze aardbeienijs en het frisse genot van groen mintijs – onderschat nooit de macht van een ijsje van het IJskabinet als veroveringsmiddel. Daarna volgde al snel de kledingwinkels langs het chique Noordeinde en later de originelere Papestraat. Die verkopers verkochten geen kleding. Nee! Zij ademden stijl en kunde. Een jurk was geen jurk, het was een kunstwerk! Waarmee je liet zien tot welke klasse en overtuiging je behoorde. De snit van een pak vertelde of je met een Kamerlid of een Minister te maken had en belangrijker nog, of de kleermaker in kwestie zijn vak verstond. Celia tuimelde de magische wereld in van mode en ambacht en de stad waar jaarlijks de grootste hoedjesparade van Europa plaats vindt, opende zijn hart. 

Nu is het Remí die de deur van het gouden gebouw voor haar opent. Om het hotel niet te bezoedelen met dwaze reflecties, heft Celia vrolijk haar hoofd en knipoogt naar hem. In de koele marmeren lobby knikt ze ook vrolijk naar de jonge Pascal die vandaag achter de receptie staat. Beide mannen grijnzen terug, al weet ze dat Pascal zich nog steeds schaamt voor hun nacht samen. 

In de zaal vol rood fluweel en hoge ramen komt Herman gelijk aanlopen met haar koffie. De warme geur biedt troost en de bekende omgeving sust. Ze ontspant en kan nu lachen om haar eigen verwarring. Kom je bij me wonen? 

Als hij dit in Parijs had gevraagd, had ze vast ‘ja’ geroepen en hem aan zijn haren naar zijn eigen bed gesleurd. Gelukkig weet hij beter dan haar voor het blok te zetten en vrijheid te ontnemen. Zelfs als hij niet snapt wat er zo moeilijk is. Parijs lijkt haar op het lijf geschreven. De boetiekjes in Le Marais zijn een spiegel van Celia’s kledingkast en de geur van nieuwe boeken in het warme hout van Shakespeare&Co. zou de rest moeten doen. Als dan de verrukkelijke cuisine niet genoeg bijdraagt, zijn er altijd nog de bloemen van Saints-Peres en Ethans armen om mee in slaap te vallen. De arme man kan er ook niets aan doen dat hij niet weet dat een stad meer is dan zijn horeca. 

Hoe leg je een Canadese landrot ook uit dat de grijze en koude Noordzee een oneindige bron van troost is ook als je grijs en kou veracht. Hoe een stad zich in je nestelt wanneer je het zout van de wind mengt met het zout van jouw tranen om het falen van een huwelijk. Dat de straten een surrogaat zijn voor een gesprek als het breken van vijftien jaar oude geloftes niet gedeeld kan worden, omdat men daar niet over spreekt. De stad aan zee nam haar verdriet in zich op. En voor de dagen die overbleven, waren er altijd nog de verrukkelijk gespierde mannen die met sigaretten tussen de lippen geklemd de vis Scheveningen binnen brachten. Zo tussen de lakens is elk verdriet, hoe poëtisch ook, prima te vergeten.

Celia weet dat het globetrotten Ethan nooit geleerd heeft een stad in zijn huid te leren kennen. Hij mist het genot van op elke hoek een bekende geur tegenkomen, soms van jaren geleden. Het heerlijk boterige croissantje op de eerste mooie lentedag. De sensuele geur van regen op de warme straatstenen om de hoek van het bos. De weldadig vette hamburgers op festivals aan het Lange Voorhout en de wereldse keukens die haar jaarlijks in september naar het Plein lokken. Maar zij kent het wel. Celia leeft voor iedere geur die haar herinnert aan een dag dat ze haar eigen genot beter leerde kennen.

Haar geluk en liefde lagen veel verder buiten het geplande leven dan ze zich ooit had voorgesteld. Haar grote liefde bleek de Ambacht. Kijken en voelen aan mooie kleding groeide tot een obsessie voor de naaimachine en uiteindelijk een eigen boetiek. Ze is een zakenvrouw zonder zakelijk inzicht, op de been gehouden door passie en geërfd vermogen – hoe houd je anders die combinatie in stand? En voor de nachten zijn er nog altijd de mannen. Mannen die zij koos. Mannen die haar plezierden. Mannen in alle en soorten en maten, maar vooral de mannen die haar lichaam deden sidderen, en nooit haar hart. Tot Ethan.     

“Lieve schat, heb je voor mij de rekening?” Herman kijkt haar vragend aan. Celia laat zich de kleine explosies die hier voor een petitfour doorgaan goed smaken. Even overweegt ze hem mee te nemen en de middag in vergetelheid door te brengen. Dan staat ze resoluut op. “Ach lieverd, let maar niet op een oude vrouw. Soms drink ik alleen jouw heerlijke koffie,” en ze geeft hem de dikke knipoog waarachter geen man haar verdriet zou vermoeden. Ze heeft werk nodig. 

In haar atelier in de Papestraat schuift ze een speldenkussen om haar pols en slaat een meetlint om haar nek. Met krijt in haar hand is het uniform compleet en waant ze zich de Nederlandse Coco Chanel. De jurk die ze momenteel maakt is een ingewikkelde constructie. Waar het velours een stevige hand nodig heeft, is het kant op het fragiele af en aan Celia de taak op het puntje van die naald te balanceren. De patronen liggen al klaar dus rolt ze de lappen stof over tafel. Met exacte hand tekent ze de patronen uit. Ieder streepje vormt een gedachte, een blad van een madeliefje. Ze vertrekt naar Parijs – Ze vertrekt niet naar Parijs – Ze vertrekt naar Parijs – Ze vertrekt niet naar Parijs. 

De mooiste jurken maakte ze voor haar dochter, de grootste schat in haar leven, Emma. Liefde liet haar boven haar vaardigheden uitstijgen. De galajurk van Emma was fantastisch! Een genot om naar te kijken, een uiting van het écht zien van haar dochter. En ook een sneer naar alles wat zij nooit van haar eigen moeder had gekregen. Geen vreselijke schuimgebakken lucht van alles dat nooit gezegd zou worden, maar een harmonie van Girl Power! en Hollandse nuchterheid. Alles wat Emma was en ademde werd door Celia gezien en omgezet in de de hit van het feest. 

Ook de trouwjurk was een schoonheid. Een ‘feest’ van herkenning voor iedereen die van Emma hield. De losse golvende vorm vertegenwoordigde de bohemienstam waar Emma haar thuis had gevonden. Het exquise kant en zachte fluweel toonden juist de brug die zij naar de wereld van haar schoonouders sloeg. De kleuren waren een eerbetoon aan de kunstschilder die liefde had gevonden en haar passies weigerde opzij te zetten. Celia had nog nooit zo’n schoonheid gecreëerd. 

De jurk moest uiteindelijk mee de oven in. Een combinatie van laaghangende winterzon en een man die meer van alcohol dan leven hield, bracht twee politieagenten naar haar deur. Celia’s hart werd gebroken in duizend stukjes die ze nooit allemaal terug leek te vinden. Haar prachtige dochter verging tot as en verbrak alle banden met het verleden en toekomst die Celia had. Verstrooid over de stad werd Emma Den Haag en Den Haag werd Emma.

Het brommen van de naaimachine wordt ingezet als volgende meditatie. Als een seance. Em-ma, E-than, Em-ma, E-than. Ze roept in een flow haar grootste liefdes op. Sneller en sneller beweegt de naald op en neer tussen heden en verleden. Celia’s gedachtes dansen mee over de met keien geborduurde kronkelwegen van Parijs die alleen haar geluk kennen en over Haagse lanen vol honderd jaar oude bomen die elk verdriet en elk geluk al eens zagen. De kans om alles achter zicht te laten en opnieuw te dromen strijdt met de wens Emma te zien in het laagje as dat zij over de stad heeft gelegd. 

De jurk is af voordat er een knoop is doorgehakt. Dus verfrist Celia zich met een goede spuit Eau de Chloe en een verse laag rode lippenstift en stapt ze Palmette binnen voor broodnodig gezelschap. Een heerlijk vette Chardonnay is altijd een goed begin voor een avond van los moraal en snel besteld. Celia kijkt om zich heen, en ziet alleen jonge gezichten die elkaar geanimeerd begroeten, maar haar niet meer zien zitten. Te oud, zelfs als ze godzijdank niet op hun oma’s lijkt. Alleen de sommelier kijkt haar af en toe aan. Aan het aantal keer dat hij in het spiegelende decor zijn handen door het grijze haar haalt kan ze zien dat hij zijn leeftijd nog met schaamte draagt. Terwijl het hem goed staat! Zo’n fijne volle bos waar ze haar hand doorheen zou kunnen halen. Zo’n man kan het antwoord zijn op haar twijfel. 

Celia genoot intens toen ze de magie van een spontane avond met een man ontdekte. Het huwelijk bleek daar niet zo geschikt voor. Een maagdelijke huwelijksnacht is nou eenmaal niet waar vrouwen hun seksuele piek ontdekken. Pas toen haar aanstaande ex-man had toegegeven al jaren te “tennissen” met de buurvrouw, koos Celia voor haar eigen genot en ontdekte daarmee haar kracht. Ze kent nu geen groter plezier dan een man tot in zijn ziel aankijken en verleidelijk haar wenkbrauw optrekken om hem totaal aan haar over te leveren. De macht die het geeft om zelf te besluiten met wie en wanneer, maar vooral het eisen van evenveel genot als dat ze geeft, is alles. Die magie is krachtiger dan bijna alles dat Celia ooit heeft kunnen oproepen. Alleen de liefde voor Emma overtrof ooit het heidense ritueel van de nacht. 

“Jongeman, wat zou jij een oude dame als ik aanraden als ze weer van het leven wil genieten?”

“Nou, ‘mevrouw’, zo oud kunt u niet zijn als u zulke vragen stelt.” Hij kijkt haar speels aan buigt zich over de bar heen. Ze kan zijn frisgewassen haren ruiken, een geur waar haar lakens om roepen. “Als je echt wil genieten, op een dag als deze, dan gaat de wijn het niet voor je doen.” 

“Dat is nogal een aanname, lieverd! Hoewel ik niet zeg dat hij fout is,” en ze kijkt hem indringend aan. Polst met haar ogen of hij hetzelfde wil. De kriebel tussen haar benen maakt voldoende duidelijk. Ze schudt haar haren uit haar nek. “Prima. Laat me maar genieten van wat je hebt dan.” En het bekende spel is begonnen.

Als de straten al donker zijn, maar de mensen nog niet naar huis vertrekken, heeft ze Hugo al van zijn post vandaan verleid. Zijn adem kriebelt in haar nek als ze naar haar sleutels zoekt. Voor de tweede keer die dag gaat de deur open voordat ze er erg in heeft. Haar buurmeisje wil net naar buiten stappen.

“Oh. Sorry. Leuke avond gehad?” Ze lijkt om een praatje verlegen te zitten, maar Celia heeft geen tijd beleefd te doen. Hugo laat net zijn warme handen over haar billen glijden. 

“Ach lieverd, dat vertel ik je nadat ik het genot van deze man getest heb!” en met die woorden sleurt ze Hugo mee naar binnen om hem te laten zien hoe goed zij in genot testen is. Om hem dan voor middernacht als Assepoester zonder pardon de deur weer uit te zetten. 

Hugo kan er de humor wel van inzien. “Dit is mijn nummer, en anders kom je maar weer aan mijn bar zitten.” Hij knipoogt als hij het trapje bij de voordeur afloopt, draait zich nog een keer naar haar om en loopt dan lachend de druilerige nacht in. Celia ziet het met een warm hart aan. Weer binnen zet ze de tuindeuren open. Ze draait de altijd klaarstaande whiskyfles open en proeft dan de houtige geur van een eikenvat. Aards en warm en decennia oud, verknocht aan de kelder waar hij gerijpt is. De ijsklontjes slaat ze soepel uit hun gevangenis en ze gaat in haar badjas in de deuropening zitten. Ze geniet van de whisky en de stadse non-stilte.

Haar hoofd en hart zijn gevuld met liefde en de vele vormen die het in haar leven al heeft aangenomen. Soms was er te weinig en soms te veel. Soms moest ze er hard voor vechten en soms overkwam het haar. Ze heeft gewonnen en verloren en daarin het leven geproefd zoals dat echt kan zijn. Als ze nu haar vrijheid opgeeft en haar impulsieve hart volgt, springt ze haar twintigjarige zelf weer tegemoet. Ze typt de woorden waarmee ze haar verleden omarmt. Littekens, lachrimpels en alles daartussenin. Liefde zal er altijd zijn, maar vrijheid om zelfs in onrust te wortelen, daar moet je voor vechten. ‘Den Haag is mijn stad’. 

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply